Terug naar Kosovo: vlog dag #2

De gevangenis in Lipjan die Andries 19 jaar geleden heeft opgebouwd is vandaag de dag een combinatie van een Italiaanse patio met rozentuin, een team hulpverleners die allemaal bij Beau van Erven Dorens in de leer zijn geweest en daar dan een groot hek omheen met daarachter dreigend de wachttorens van de nieuwgebouwde gevangenissen eromheen.

Vandaag begon met een afspraak met Trendelina Qorraj van het Department of European Integration and Policy Coördination in Kosovo. Zij vertelde ons veel over het huidige Kosovo en haar relatie tot de EU. Er lopen hier veel Europese projecten, maar tegelijkertijd is er ook onvrede o.a. over dat er voor Kosovo geen visumregeling is met Europa. Waar Frankrijk en Nederland vorige week nog tegen stemden tegen het openen van onderhandelingen over EU toetreding van Albanië en Noord-Macedonië, staat Kosovo samen met Bosnië-Herzegovina helemaal achter in de rij nog te wachten op een kandidaat status.

Daarna langs het Heroinat monument in Pristina gelopen. Een indrukwekkende beeltenis van een gezicht, gemaakt van 20.000 metalen pinnen. Elke pin staat voor één van 20.000 Kosovaarse vrouwen die zijn verkracht tijdens de oorlog in 1998-1999. Slechts 3 van die vrouwen hebben onlangs pas hun verhaal in de openbaarheid gebracht.

Het bezoek aan de gevangenis in Lipjan was een emotioneel weerzien van Andries en Vjollca met hun collega’s die ze bijna 20 jaar niet meer hadden gezien. Fadil zagen we als eerste, of liever, ik herkende hem meteen van de foto omdat hij nog steeds dezelfde pikzwarte karakteristieke Ted de Braak snor heeft. Hij spreekt alleen Albanees en Andries doet dat niet, maar toch waren ze meteen weer met elkaar in gesprek met handen en voeten alsof ze elkaar gisteren nog met handen en voeten gesproken hadden.

Ook Vjollca werd node gemist. Een vrouwelijke gevangene die na de oorlog 30 jaar gevangenisstraf had gekregen zag ons lopen, riep Vjollca en kwam aangehold over de patio om haar te begroeten en een knuffel te geven. Dan doe je als bewaker toch wel iets heel goeds als je na 18 jaar nog steeds zo wordt begroet door mensen die je moest bewaken.

Die gevangenis had trouwens echt niets van een gevangenis zoals ik dat tot nu toe altijd voor me zag. Dit was een prachtig terrein met weliswaar oude en soms ook vervallen gebouwen, maar die ook weer opgeknapt waren. Maar het bijzonderste was vooral de enorm gemoedelijke sfeer op het hele terrein, zowel tussen bewakers onderling als tussen gevangenen en bewakers. Het verschil wordt gemaakt, zo werd mij uitgelegd, doordat de bewakers er zijn om de gevangenen te helpen. Vjolca zei: dezen mensen hebben het al zwaar genoeg, laten wij er dan in ieder geval voor hen zijn.

Het is volgens mij een tekenend kenmerk van hoe Kosovaren met elkaar omgaan. Met zeer veel respect en warmte naar elkaar. Naast weer de menige cadeaus zijn we nu ook uitgenodigd om in de zomer terug te komen en dan met de huidige directeur in de bergen van Kosovo met hem te gaan eten. Omdat we niet zeker weten of dat deze zomer gaat lukken, gaan we dat morgen doen.